Ere-voorzitter Jan van Boxtel ontvangt Pauselijke onderscheiding




J.A. van Boxtel Pauselijk onderscheiden

Jan van Boxtel heeft zondag in de Sint Hubertuskerk uit handen van pastor Jos Vriesema een pauselijke onderscheiding gekregen.
De totaal verraste ere-voorzitter van v.v. Alem ontving het ereteken vanwege zijn vele verdiensten voor de kerk.
Zo zingt van Boxtel al meer dan 60 jaar in het kerkkoor en zette hij zich in voor een groot aantal voorzieningen in en rond de kerk.

Een beetje argwaan had Jan van Boxtel af­gelopen zondag wel, toen hij in zijn zo geliefde Sint-Hubertuskerk ineens wat mensen zag, die er normaal echt niet elke zondag zitten. „Maar het was Sint Ceciliadag. Cecilia was de patrones van de koorzangers, dus ik dacht dat ze me een bloemetje wilden geven omdat ik al meer dan zestig jaar lid van het koor ben.” Daarom was hij niet echt ver­baasd toen hij na het eerste lied naar voren werd geroepen. Het kwartje viel bij Jan pas echt toen plotseling een grote groep familie, vrienden en kennissen kwam bin­nenvallen. Wat bij zijn zestigjarig koorjubileum niet gebeurde, ge­beurde nu dus wel; hij kreeg de pauselijke onderscheiding Pro Ec­clesia et Pontifice. Vooraf had Van Boxtel er weleens over nagedacht wat hij zou doen mocht het de paus behagen hem te onderscheiden. „Ik had wel ver­wacht dat-ie ooit zou komen, maar ik dacht altijd; ik aanvaard hem niet. Er zijn zoveel mensen die ‘m verdiend hebben.” Daar maakt Van Boxtel uiteraard een denkfout. Tuurlijk verdient hij die onderscheiding! Maar een gentle­man als Jan van Boxtel zou natuur­lijk nooit pastor Jos Vriesema in een lastig parket brengen door de onderscheiding daar ter plekke te weigeren. „Ik ben er ooit bij ge­weest dat iemand een koninklijke onderscheiding weigerde. Dat kan echt niet.”
Met de onderscheiding wordt er ook een cirkel mooi rond gemaakt. De vader van Jan van Boxtel, Piet van Boxtel, kreeg ooit de Pro Ec­clesia et Pontifice omdat hij zestig jaar actief was als kerkorganist.
En even voor de goede orde: Jan van Boxtel heeft niet alleen zijn da­verende stem geleend aan de Sint­Hubertuskerk. De herbouw van de kerktoren, de restauratie van het koetshuis, renovatie van het kerkorgel; Van Boxtel speelde er een rol in. Maar als er gebouwd moest worden, trok oud-aanne­mer Van Boxtel zich terug. „Hel­pen deed ik wel. Maar niet bou­wen. Je moet zaken gescheiden houden.” Wat hij bedoelt: Je moet de schijn vermijden dat je als kerk­bestuurder je eigen aannemersbe­drijf werk bezorgt. Daarnaast heeft Van Boxtel zich ook als raadslid ja­renlang ingezet voor de Alemse ge­meenschap. En nog steeds contro­leert hij de verwarming.
Inmiddels is zoon Peter van Boxtel in pa’s voetsporen als raadslid ge­treden. Doet Peter eigenlijk iets in de kerk? Zou toch mooi zijn, zo er­gens rond 2050: Pro Ecclesia et Pontifice voor de ouwe Peter.
Foto: Jan van Boxtel in zijn werkkamer met de oorkonde die bij zijn onderschei­ding hoort. Op tafel de Pro Ecclesia et Pontifice. foto Cor de Kock


PRO ECCLESIA ET PONTIFICE


Verlening
- De onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice wordt verleend aan personen die minimaal 45 jaar oud zijn en zich minstens 25 jaar op bijzondere wijze in lokaal verband inzetten voor Kerk en samenleving.
- Vroeger werd deze onderscheiding verleend voor bewezen trouw en goede diensten jegens de Kerk en de Paus (Lat.: pro Ecclesia et Pontifice).

Versierselen
- Aan de onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice is een erekruis in goud, hangend aan een lint in de pauselijke kleuren geel-wit verbonden. Opvallend is de moderne vormgeving
- Oorspronkelijk werd deze onderscheiding zowel in brons, zilver en goud verleend en was het lint rood met aan weerszijden smalle geel-witte banen, maar paus Pius X bepaalde in 1908 dat het voortaan alleen in goud verleend zou worden en hangend aan het lint in de huidige kleuren. Ook was het kruis vroeger van een andere vorm, te weten een maltezerkruis met een medaillon in het centrum.

Geschiedenis
- De onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice is ingesteld door Paus Leo XIII op 17 juli 1888 als herinneringsmedaille ter gelegenheid van zijn gouden priesterjubileum. Sinds 1898 wordt deze onderscheiding permanent verleend.