Veteraan bereikt magische grens




Door Sebastiaan Quekel


Niek van Lent (36) is het school­voorbeeld van een echte club­man. Iemand die keer op keer on­derstreept dat ware clubliefde nooit roest.
Iemand die het eerste elftal al bijna twee decennia op sleeptouw neemt. Niet onver­wacht wordt deze gerespecteerde veteraan zondag door ‘zijn’ Alem in het zonnetje gezet.

Al ruim vierhonderd wedstrijden draagt Van Lent de karakteristieke oran­je kleuren: een mijlpaal. De huldi­ging tijdens de beladen derby te­gen Jan van Arckel wordt omlijst met een bijzonder randje: Van Lent kapt ermee. „Ik stop als eer­ste elftalspeler. Die beslissing maakte ik vorig seizoen al. Kortge­zegd wordt het fysiek allemaal wat minder. De jaren beginnen te tellen. Van de oude garde ben ik nog als enige over.”


‘Terugkijkend op mijn periode bij Alem, had ik dat voor geen goud willen missen’



Niek van Lent
Supporters, directieleden en me­dewerkers die ook al jaren aan Alem verbonden zijn, zullen Van Lent ongetwijfeld gaan missen.

Zijn jeugdopleiding genoot hij bij Wilhelmina, maar als tiener ver­trok hij naar Alem en maakte op 17-jarige leeftijd zijn debuut in het vlaggenschip. „Ik had de mo­gelijkheid om hogerop in het voet­bal te komen, maar dat heb ik niet gedaan. Ik koos voor een ver­trouwde omgeving. Daar heb ik achteraf wel een beetje spijt van.
Maar als ik zo terugkijk op mijn periode bij Alem, dan had ik dat voor geen goud willen missen.”

Bescheidenheid siert de 36-jarige Van Lent. Hij blijft nuchter onder het passeren van de magische grens van vierhonderd wedstrij­den. „Maar ik ben best trots hoor”, lacht hij. „Alles is zo snel gegaan. Zoveel leuke herinnerin­gen om aan terug te denken. Die zal ik voor de rest van mijn le­ven blijven koesteren.”

Wanneer hij terugdenkt aan de zwaarbevochten promotie van twee jaar geleden, krijgt hij we­derom kippenvel. Vanwege een versoepelde promotieregeling maakte Alem na een jarenlan­ge strijd eindelijk de stap naar de vierde klasse. Tegen aarts­rivaal Rossum werd de beslis­sende wedstrijd gewonnen. „Ik heb meerdere promoties met Alem meegemaakt, maar deze blijft het beste hangen. We moesten Rossum per se ver­slaan om promotie af te dwin­gen. En als dat dan gebeurt, dan is dat fantastisch.”

Momenteel zien de zaken er heel anders uit voor Alem. De ploeg van Patrick Theuwis staat stijf onderaan en vecht op twee fronten tegen degradatie: tegen directe tegenstanders Rhelico en BZS, en tegen de KNVB. De voetbalbond heeft een verweerschrift over pun­tenaftrek in behandeling. Om directe degradatie te voorko­men zijn de drie ‘afgepakte’ punten broodnodig. „Het wor­den vier spannende weken.
We spelen als het ware vier finales. Afscheid nemen met lijfsbehoud zou mooi zijn.
Maar als we degraderen, dan hebben we dat geheel aan ons­zelf te danken.” Voor Van Lent geldt Alem als een tweede thuis. Hij ziet de club als belangrijke spil in de Alemse gemeenschap. Na zijn afscheid wil hij nog verbonden blijven aan de oranjehemden.

„Ik ben van plan om samen met iemand de kar van het tweede elftal te trekken. Veel A-junioren zullen in dit elftal komen. Als speler wil ik hen op sleeptouw nemen, net zoals ik nu doe in het eerste elftal.”